Ikenobo Ikebana – Japanse bloemsierkunst.
Naast stamboomonderzoek houd ik mij al vanaf 1984 bezig met deze boeiende vorm van Japanse bloemschikkunst. Bij een bezoek aan een ikebana tentoonstelling in de Hortus Botanicus in Haren werd ik geraakt door de schoonheid van Ikebana. Mijn opleiding tot docente heb ik gevolgd volgens de richtlijnen van de Ikenobo school en ik ben in het bezit van verschillende certificaten. In mei 2018 ben ik gestopt met lesgeven.
Ikebana is een oude kunstvorm die in de zesde eeuw voor het eerst werd beoefend. De Japanse priester Ono-no-Imoko, die zich als kluizenaar bij een meer in de buurt van Kyoto terugtrok was waarschijnlijk de eerste die bloemen en takken schikte in de tempel. Andere priesters volgden zijn voorbeeld en zo ontstond de Ikenobo school. Ikenobo betekent ‘hutje bij het meer’. Ikebana heeft zich ontwikkeld van een godsdienstig gerichte kunst tot een (unieke) moderne kunstvorm in ontwikkeling.
Certificaten
Het duurde nog tot 1986 dat ik ook daadwerkelijk lessen kon gaan volgen bij Fietje Wijntjes. De eerste jaren volgde ik alleen lessen maar op een goed moment kwam de optie om certificaten te kunnen behalen naar voren. Het leek me wel een uitdaging en samen met een aantal andere cursisten gingen we er onder leiding van Fietje mee aan de slag. Mijn eerste certificaat behaalde ik op 25 juni 1990! In de jaren daarna behaalde ik meerdere certificaten, voor het laatste certificaat gingen Lies Reinink en ik naar Maarn waar we examen deden bij Noriko van der Linden-Momose, en deze is gedateerd 23 februari 2009, JUNKAKAN.
De uitreiking van de certificaten was een speciale gebeurtenis met een feestelijk tintje!
1998, v.l.n.r. Joes Boerma, Fransina, Annie Smit en Fietje Wijntjes
certificaat JUNKAKYO
Ikenobo Ikebana
Ikebana was oorspronkelijk bedoeld als bloemenoffer aan Boeddha en werd alleen beoefend door de Keizer en zijn hofhouding, priesters en later door Samurai. Ikebana is een oude kunstvorm die in de zesde eeuw voor het eerst werd beoefend. De Japanse priester Ono-no-Imoko, die zich als kluizenaar bij een meer in de buurt van Kyoto terugtrok was waarschijnlijk de eerste die bloemen en takken schikte in de tempel. Andere priesters volgden zijn voorbeeld en zo ontstond de Ikenobo-school.
Binnen de Ikenobo school kennen we 3 stijlen: Jiyuka, Shoka en Rikka.
Jiyuka
Jiyuka wordt geschikt in alle mogelijke vormen van containers, van hoge vazen en flessen tot lage bakken en schalen tot zelfbedachte vormen van containers. De Yakueda van de traditionele schikkingen worden hier vergeten en we zijn vooral met onze fantasie bezig. De combinatie van kleur en vorm staan hier voorop. Toch zijn er richtlijnen. De vrije schikking is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
Vlak: dit kan zijn: een blad, ook de container kan als vlak in de schikking dienen. Ook kan een kunststofmateriaal aan de schikking toegevoegd worden b.v. gekleurd draad.
Massa: dit kan zijn een bloem of bloemen, een takje met blaadjes, b.v. buxus. Ook hier kan de container dienen als massa, b.v. gaas. Als kunststofmateriaal kan ook tule of een andere stof gebruikt worden.
Lijn of lijnen: rechte lijnen b.v. rechte takjes, pitrus, lisblad. Lijnen met bochten b.v. kronkelwilg of hazelaar. Horizontale lijnen, verticale lijnen, ronde lijnen. Ook de container kan als lijn dienen, b.v. een bamboestammetje
Punt of punten: Een of meer punten completeren de schikking vaak. B.v. een takje gipskruid, een takje met wat knopjes. Ook een kunststofvoorwerp zoals b.v. balletjes op stokjes kunnen de punten aangeven. Ook sommige bloemen kunnen punten aangeven. Een verrassingselement brengt spanning in de schikking b.v. een half verstopt takje of bloempje. Een extra knop.
Shoka
Aan het eind van de 17e eeuw ontstond een nieuwe stijl genaamd Shoka. Deze stijl gaf een vereenvoudiging van de Rikka regels. De drie Yakueda (hoofdlijnen) van bloemen, planten of takken, (Shin, Soe en Tai) waaruit de meeste Shoka schikkingen bestaan symboliseren ‘hemel’, ‘aarde’ en ‘de mensheid’ om de harmonie tussen mens en natuur uit te drukken. De Shoka is de eenvoudige tegenhanger van de Rikka, ontwikkeld in de 17e eeuw. De hoofdlijnen worden aangevuld met Ashirai (bijlijnen). Ook de Shoka heeft een Mizugiwa (zie als bij Rikka), in de schikking staan de stelen achter elkaar. Kijken we aan de zijkant, dan zien we een waaiervorm. De Shoka kan bestaan uit één soort plantenmateriaal, maar ook uit twee of drie soorten.
Klassieke stijl: Shoka Shofutai. Dit is de traditionele schikking volgens strikte lijnen geschikt. We zien hier de klassieke schikkingen in klassieke bamboe- of bronzen vazen en de meer moderne schikkingen in keramiek of glazen vazen.
Moderne stijl: Shoka Shimputai. Dit is de creatieve vorm en bestaat uit twee hoofdelementen, die elkaars tegenstelling zijn, aangevuld met een Ashirai (bijlijnen) die de schikking ondersteunt en compleet maakt.
Rikka
Rikka is de oudste vorm van de Japanse bloemsierkunst en betekent: staande of opgebouwde bloemen. Ze werd ook wel Tatebana genoemd. Ze is in de 7e eeuw als altaarschikking vanuit China naar Japan gebracht door Ono-no-Imoko en daar verder ontwikkeld. Rikka is ontwikkeld als nabootsing van het Japanse landschap (zie tekening). Hij bestaat uit 7 tot 9 Yakueda (hoofdlijnen); deze kunnen nog worden aangevuld met Ashirai (bijlijnen). Een Rikka kan uit een, maar ook uit meerdere materialen gemaakt worden. Bij de Rikka komen de plantenstelen als een bundel uit het water tevoorschijn om op een hoogte van 5 – 6 cm. boven de waterspiegel hun eigen richting te zoeken. In de natuur, zo zegt de Ikenobo-school, groeien de planten eerst naar boven naar het licht om daarna in verschillende richtingen uiteen te gaan. De bundel die uit het water tevoorschijn komt noemen we het Mizugiwa dit betekent: rand van een meertje of rivier.
Klassieke stijl: Rikka Shofutai (de Gedeelde) is de traditionele schikking waaronder de klassieke in traditionele bronzen vazen en schalen en de meer moderne in keramiek en glazen vazen en schalen.
Moderne stijl: Rikka Shimputai. Dit is de moderne vorm van Rikka, waarbij veel creativiteit van de schikker wordt gevraagd. Belangrijk is de balans in de schikking.
Ikenobo Zurich Study Group
Vanaf 2019 ben ik ook lid van de Ikenobo Zurich Study Group, deze werd opgericht door Regi Bockhorni. In het Noorden is Jeannet Smeenge contactpersoon. Er worden regelmatig workshops/seminars gehouden en 1 keer per jaar een expositie. De eerstvolgende expositie staat in de planning voor het voorjaar 2024.
Klik op het logo hierboven om naar de van de Ikenobo Zurich Study Group website te gaan.
In de foto galerie hiernaast een impressie van schikkingen die ik heb gemaakt tijdens de seminars en exposities.
Nederlandse Ikebana Vereniging
In januari 2023 zijn de activiteiten van de afdeling het Noorden gestopt, vanwege een onvoltallig bestuur. De afdeling wordt twee jaar ‘slapend’ gehouden.
Ik onderhoud de pagina’s op de website van de Nederlandse Ikebana Vereniging.
Klik op het logo hieronder om naar de website te gaan.
Redactiewerk Bulletin Nederlandse Ikebana Vereniging
Daarnaast ben ik als redactielid betrokken bij het samenstellen van het NIV nieuws bulletin. Sinds mei 2014 zit ik namens de redactie van het NIV nieuwsbulletin in Hoofdbestuur. Met veel plezier stellen we ieder kwartaal een bulletin samen. Het NIV bulletin wordt 4 maal per jaar uitgegeven door de Nederlandse Ikebana Vereniging.
Beëindiging redactie werkzaamheden.
Per 01-01-2024 ben ik gestopt met de redactie werkzaamheden. Op 24 januari kreeg ik een ‘afscheidslunch’ aangeboden in Eemnes.
Woordenboek - A t/m K
Abalone – De nieuwjaarsknoop (van mizuhiki); ook wel Awabe genoemd.
Aki – Herfst
Ai – Blauw, zwartblauwe kleur
Amaterasu Omikami – Zonnegodin.
Een, in Japan, bekende legende verhaalt van de zonnegodin Amaterasu Omikami, die door Ikebana-liefhebbers graag als de oorsprong van deze kunst gezien wordt. Zij is de legendarische goddelijke oorsprong van de keizerlijke familie en het is deze godin die aan het Keizerlijk Huis het recht gaf om over land en volk te regeren voor alle tijden. De zonnegodin, zo luidt de legende, werd eens zo boos op haar jongere broer Susano-no-Mikoto die zich slecht gedroeg, dat zij zich in een grot terugtrok en de ingang hiervan met een grote rots versperde. Hierdoor werd de wereld in het donker gedompeld. De andere goden waren erg verontrust en raadpleegden elkaar over de vraag op welke wijze zij Amaterasu Omikami zouden kunnen verleiden weer tevoorschijn te komen.Een van de wijze goden stelde voor de Sakagiboom voor de ingang van de grot te plaatsen en deze met vele ornamenten als juwelen, spiegels en gekleurde linten te versieren. Daarna begonnen de goden begeleid door muziek te dansen. De zonnegodin werd nieuwsgierig toen ze de vrolijke muziek en het lachen van de goden hoorde, keek naar buiten en dee, toen ze de prachtig gedecoreerde boom zag, een stap naar voren. Op hetzelfde moment strekte de god van de kracht zijn arm uit, rolde de grote rots weg en trok Amaterasu Omikami uit de grot. Zo werd het licht hersteld op aarde. In de Ise-tempel, waar de geest van de zonnegodin vereerd wordt, vinden wij nog een gebruik dat herinnert aan de oudheid, toen de Japanners hun berggod in een grote boom belichaamd zagen: om de twintig jaar wordt de uit cederhout gebouwde Ise-tempel afgebroken en opnieuw, dicht bij de oude plaats, herbouwd. Midden op de open plek wordt de voor Shintoïsten heilige “Sakagi-boom” (Cleyera ochnacea) geplant. De Sakagi-boom wordt ook nu nog door de Shinto-gelovigen beschouwd als een heilige boom. Takken van deze boom worden gebruikt bij Shinto-ceremoniën en familie-altaartjes. Ook tegenwoordig nog worden de bomen gedecoreerd met kleine papieren lintjes die tijdens de Shinto-feesten bij de tempels worden opgehangen.Vele Japanners geloven dat de spiegel die zich thans in het keizerlijk paleis bevindt en de juwelen die zijn opgesloten in de Ise-tempel op het schiereiland Ise, inderdaad afkomstig zijn van de legendarische zonnegodin Amaterasu Omikami. Uit: Ikebana door Doris Diels.
Ashirai – Hulplijn of bijlijn
Awabe – Zie Abalone
———————————————————————-
Bana of ha – Bloem of plant
Basho – Haiku-dichter (Matsuo Basho 1644-1694)
Betsuden – Bijzondere lijnen in Shoka (b.v. Gedan Nagashi)
Bunjin-bana – Vorm van bloemschikken in de Edo-periode
Bunraku – Marionettentheater
Buson – Haiku-dichter (Taniguchi Buson 1715-1783)
Byobu – Kamerscherm
———————————————————————-
Cha-no-yu – Theeceremonie
Chado – De weg van de thee
Chigiri-E – Schilderstechniek op basis van gescheurd papier
Chochin – Vouwlampion voor buiten
Chokutai – Verticale vorm bij moribana en nageïre
Chuden – Middelbare opleiding (moderne shoka)
Chushu-Meigetsu – Kijk naar de maanfeest 15 september; wordt ook Jugoya genoemd = 15e nacht
———————————————————————-
De-fune – Vertrekkend schip, Shoka-variatie in hangende bamboevaas
Denka – De klassieke Shokaschikkingen
Desima- Kunstmatig eiland voor de Hollanders (1639)
Do – Hoofdlijn bij Rikka en Shoka, dient om volume te geven
Do- De weg
Doko – Tokonoma (zie aldaar)
———————————————————————-
Edo – Overheersing van de Tokugawa-clan vanuit Edo (Tokyo) 1603-1868
———————————————————————-
Fuji – Wisteria
Fuji San – Hoogste berg van Japan
Fukosa Katoku – Senior professor Ikebana 2e graad
Fune – Bamboevaas in bootvorm
Fusuma – Schuifwand van beschilderd of bedrukt papier
Futa-kabu-ike -Twee planten schikking (futa = twee kabu = planten
Fuyu – Winter
———————————————————————-
Gédan soë – Lage Soë; hiermee wordt de herfst aangeduid. (deze term wordt niet meer gebruikt)
Geisha – Hoog opgeleide vrouwelijke entertainers, meesters in zang en dans
Gei = kunst, sha = persoon)
Gyakugatte – Linkerhandschikking
Gokajo – 5 Klassieke shokaschikkingen
Goku-shin – Uiterste Shin
Gyo – Semi-formele vorm bij shoka
Gyodo-ike – Weg der vissen, shoka variatie met waterplanten in twee groepen:
Gyo of shin – Shokavorm in de shin-stijl, waarbij de shin iets afbuigt
Gyo of gyo – Shokavorm in de gyostijl, waarbij de shin iets afbuigend is
Gyo of so – Shokavorm in de so-stijl waarbij de sterke bocht van de shin iets dieper is.
Ook gedeelde schikkingen vallen hieronder.
———————————————————————-
Ha-gumi – Opnieuw bundelen van 2 bladparen om een stengel (Iris, Narcis)
Haiku – Japanse dichtvorm opgebouwd uit 3 regels resp. 5-7-5 lettergrepen
Hakame – Wit vliesje van de narcis (zie Sharone)
Haku – Wit, kleur der Goden, puur onbezoedeld
Hamono – Bladschikking
Ha-omote – Bovenkant van de bladeren
Han – Rijst
Hana – Bloem of plant (bana is samentrekking als in Ikebana)
Hana-karuta – Bloemenkaarten
Hana-kubari – Gevorkt stokje, dat bij klassieke shokavazen en nageïrevazen in de vaasopening geklemd wordt.
Hana-no-kokoro – Bloemenhart
Hana shobu – Iris Kaempferi
Hana tsutsumi – Bloemenwikkel; een stuk papier of doek om bloemen zonder beschadiging te verplaatsen
Harakiri – Zelfmoord
Hariko – Voorwerp van papier maché
Haru – Lente
Hasami – Bloemenschaar
Hatsu-ike – Eerste schikking in het nieuwe jaar
Héian-periode – De Keizerlijke residentie verplaatst naar Héian (Kyoto) 794-1192
Hideyoshi – Beroemd generaal uit de 16e eeuw
Higanbana – Herfst-equinox (18 september)
Hikae – Hoofdtak bij Rikka
Hina-matsuri – Meisjesdag of poppenfeest (3 maart)
Hi-no-maru – Cirkel van de zon (de rode cirkel in de Japanse vlag)
Hongatte – Rechterhandschikking
Hyottoko – Mannenmasker van papier-maché
———————————————————————-
Ichihatsu – Iris Tectorum
Ichi-monji – Bronzen vaas (streep)
Ichi-ju – Asymmetrische bamboevaas met één opening
Ichiyo school of ikebana – 1984 – ICHIYO NEDERLAND – 2014 Een school die nu al meer dan 30 jaar in Nederland gedoceerd wordt.
Iemoto – Titel van het hoofd van de Ikenoboschool (tempel Rokkakudo)
Iemoto Dojo – Leslokaal
Ikebana – Het tot leven brengen van bloemen
Ike – Vijver
Ikenobo – Tempel bij de vijver. Oudste school van bloemschikken
Ikenobo Kadokai – Ikenobo-leer van het bloemschikken
Ikeru – Schikken
In – Negatief, passief, vrouwelijk principe, schaduwkant in bloemschikking
Inkata – Schaduwkant
Iri-fune – Terugkerend schip, Shoka variatie in hangende bamboevaas
Ise-shrine – Heiligdom van Shinto
Isho – Ontwerp; design
Isho-bana – Shoka schikking met 3 materialen, designschikking
Issa – Haikudichter (1763-1827)
Isshu-ike – Eén-materiaalschikking
Ito-mari – Ballen van draad (voor dochter op meisjesdag)
Izutsu – Speciaal soort kubari
———————————————————————-
Jiyubana – Vrije schikking, aan geen stijl gebonden
Jiyuka – Vrije schikking, aan geen stijl gebonden
Joshi-maki – Verzamelde leer over ikebanavormen, vazen en hun juiste plaats in de omgeving
Jugoya – De nacht of maanfeest, 15 september
Junkakan – Leraar Ikebana 2e graad
Junkako – Leraar Ikebana 1e graad
Junkakyo – Leraar Ikebana 3e graad
Junkatoku – Senior Professor Ikebana 4e graad
———————————————————————-
Ka = Ha of Ba – Bloemen
Kaban – Onderste dai in de tokonoma, ook wel Kadai genoemd
Kabu – Wortel
Kabuki-theater – Populair stadstheater, ontstaan in de 17e eeuw
Kabu-wake – Gedeelde schikking
Kadensho – Het eerste Ikenobo-manuscript
Kado – Weg der bloemen, de kunst van het bloemschikken
Kaiden – Gevorderden opleiding (klassieke shoka)
Kakan – Assistent professor 2e graad
Kakemono – Hangschilderij
Kakin – Doek die gebruikt wordt tijdens het schikken voor het schoonvegen van de werkplek
Kakitsubata – Iris Laevigata
Kako – Assistent professor 1e graad
Kakyo – Assistent professor 3e graad
Kalligrafie – Kunst van het schoonschrijven van Chinese tekens
Kami – Shinto-goden
Kamiko – Kleding van papier
Kamiza – Inkata of schaduwkant, ook Kyakui
Kamiza-doko – Hongatte tokonoma (rechterhand tokonoma)
Kasho – Leraars assistenten opleiding
Katoku – Senior Professor Ikebana 3e graad
Keisho-bana – Landschappelijke schikking, met natuurlijke materialen. Zie Shizunteki hyõgen
Kenzan – Bloemprikker
Ki – Takkenmateriaal
Kidome – Bijlijn, bestaande uit houtmatriaal, naast maeoki in de rikka
Kiko-no-Sekko – Feest van de chrysanten; 9 september
Kiku – Chrysant
Kimono – Lang (soms kort) gewaad met wijde mouwen dat dichtgebonden wordt met een koord. Nationale dracht in Japan
Boom – Takkenmateriaal; ook Ki
Kin – Goud, kleur van het goddelijke
Kiri-tame – Het buigen van takken d.m.v. inkerven
Kisshi-maku – Draperie met kwast (3 mtr. breed en 1 mtr.hoog) in de tokonoma (mag gebruikt worden als men de graad Kakan heeft behaald)
Ko-haku – Ko = rood; haku = wit. Combinatie van rood en wit (Japanse vlag)
Koi-no-bori – Karperfiguren, meestal van katoen of papier
Kokoro no kayoi – Spirituele samenklank der harten
Komiwari – Bundeltje stro waarin rikka geschikt wordt (i.p.v. kenzan)
Koryu – Belangrijke school die nu nog de klassieke shoka onderricht
Koshi – Bocht in Shin en Soë (zoekt de zon)
Kubari – Stokje(s), die bij klassieke shoka-vazen en nageïrevazen in de vaasopening wordt (worden) geklemd
Kuge – Bloemenofferande op het Boeddhistische altaar
Kusa – Grassenmateriaal, ook Kusamono
Kusamono – Grassenmateriaal; ook kusa
Kusabidame – Wigje in een steel waardoor deze buigt
Kusadome – Bijlijn, bestaande uit grassenmateriaal, naast maeoki in de Rikka
Kusa Kyo – Schijn (of levend gras?)
Kusudama – Feestballon
Kyakui – Inkata of schaduwkant; ook Kamiza
Kyoto – Stad waar de Ikenobo-school ontstaan is en de Rokkakudo staat
Kyo – tanabatae – de grote jaarlijkse bijeenkomst in oktober met tentoonstelling in Kyoto
———————————————————————-
Woordenboek M t/m Z
Mae – Voor. Ashirai in shoka die voor de hoofdlijn geplaatst wordt
Maeoki – Hoofdlijn bij Rikka. Staat vooraan
Maekake – Schort
Maezoe – Soë die voor de Shin is geplaatst en naar voren buigt
Maki-dai – Bijzondere vorm van houten plank; wordt gebruikt als onderzetter bij een klassieke schikking
Mame-maki – Bonenwerpfeest
Mangetsu – Vollemaanvaas
Maru-sambo – Klein houten tafeltje
Matagi – Dwarsstokje dat bij een schikking in een “kubari” de takken op z’n plaats houdt
Mawari-ike-ceremonie – Ceremonie voor beginners
Maze-ike – Een mix van materiaal
Meiji – Keizer van Japan in de jaren 1868-1920
Meru – Heilige berg, symbool in klassieke Rikka schikkingen
Mikoshi – Hoofdlijn bij Rikka
Mimo – Denka (klassieke schikking)
Mitama-matsuri – Lampionfeest. De brandende lampions zijn de offers ter ere van alle Japanse doden
Mizuage – Behandeling van planten om de waterasorptie te verbeterenMizugiriHet afsnijden van planten onder water
Mizugiwa – Afstand boven de waterspiegel bij een Rikka- of Shokaschikking, en de punt van spreiding van de takken en bloemen naar de verschillende richtingen (ca. 8 cm.)
Mizugiwa datsu – Schoonheid van twee voorwerpen die in elkaar overvloeien (wateroppervlak met mizugiwa)
Mizuhiki – Gekleurd draad van papier, gebruikt om kaarten en cadeaus te versieren of dicht te maken
Moegi-iro – Blauwachtig groen of groenachtig blauw, een kleur die de overgang van lente naar zomer uitdrukt
Momo – Perzik
Moru – Samenbrengen
Moribana – Opgehoopte bloemen
Muko-Gake – Hangende stijl tegen achterwand Tokonoma
———————————————————————-
Nagashi – Hoofdlijn bij Rikka, de vloeiende lijn. Extra lijn bij Shoka
Nagaha-mono – Lancetvormige bladeren
Nageïre – Ingegooid, Ikebanastijl in een hoge vaas
Nanakusa – Zeven-grassen-schikking; wordt in de herfst gemaakt
Nara-periode – De Gouden eeuw van Japan (710-794)
Natsu – Zomer
Nejime – Tai die alleen uit bloemen bestaat (tenminste drie)
Nejiri-tame – Stelen buigen door te draaien
Nemoto – Onderste deel van de wortel
No-theater – Ridderlijke theater van de heersende klasse uit de 15e eeuw
Nihon-ike – Twee-groep schikking (Narcis)
Niju – Bamboevaas met twee openingen, ook Niju-giri
Niju-tachi-no-bori – Schikking in de Niju-giri waarbij het grootste deel in het onderste niveau is geschikt
Nisshu-ike – Twee materialenschikking bij Shoka
Noki-shin – Een Shin die een bocht maakt
Noshi – Onmisbaar symbool bij iedere ceremoniële verpakking
Nyomon – Inleidende opleiding (Moribana)
———————————————————————-
Obi – Ceintuur die bijdraagt aan de schoonheid en charme van de kimono
Obon – Dodenherdenking (13-15 juni)
O’cha – Thee
Ogencho – Klassieke Shokavaas uit brons of ijzer
Ogi – Ceremoniële waaier
Oha-mono – Groot, breed blad
Ohara – School opgericht door Unshin Ohara eind 19e eeuw
Ohashi – Eetstokjes
Ohina-Sama – Meisjesdag of poppenfestival (3 maart)
Okame – Vrouwenmasker van papier-maché
Omaki – Zie Sen-O-kuden
Omote – Voorkant blad (Aspidistra)
Oni-hari – Duivelsverjagingsfeest
Ono-no-Imoko – Boeddhistische priester, stichter van de Ikenoboschool
Origami – Japans vouwwerk (Ori = vouwen, Gami = papier)
Oshibori – Vochtige doekjes om handen en gezicht mee af te vegen
Oshi-tame – Het buigen van takken terwijl men duwt
Otera – Shinto-tempel
———————————————————————-
Rikka – Staande boeketten, klassieke stijl van bloemschikkunst
Rikka Shofutai – Traditionele Rikka
Rikka Shimputai – Moderne Rikka
Riku – Land
Rokkakudo – Oude tempel in Kyoto, centrum van de Ikenoboschool
Ryuseika – Belangrijke school die nu nog de klassieke shoka onderricht
———————————————————————-
Sakagi – Cleyera ochnacea, heilige boom van de Shinto gelovigen
Sake- Rijstwijn, nationale drank
Sakura – Kersebloesem
Samurai – Feodale krijger
Sanbo – Offerdoosje
Sandan – Verzamelnaam voor Jodan, Gedan en Gudan (nagashi)
Sanshu-ike – Driematerialenschikking bij Shoka
Sashi-kuchi – Basiscompositie
Senba-zuru – Slinger van 1000 kraanvogels
Sendensho – Oudste document over de bloemschikkunst uit de 15e eeuw
Senei Ikenobo – Huidig hoofd van de Ikenoboschool
Senmu – Getrouw aan plicht. Ono-no-Imoko nam deze naam aan als priester
Sen-no-Rikyu – Beroemd thee-en bloemschikkunstmeester uit de 16e eeuw
Sen-o-kuden – Boekwerk over Rikka, samengesteld door Ikenobo Sen-O in de 16e eeuw; ook Omaki genoemd
Sensu – Opvouwbare waaier
Setsubun – Feest van seizoenwisseling (3 februari)
Setsu-Gake – Arrangement in koperen ronde vaas met ophanging aan 4 zijden
Setsugekka – Bronzen vaas “sneeuw-maan-bloem
Setsu-Getsu-Ka – Koperen vaas
Shaga – Iris Japonica
Shaku hachi – Bamboevaas in de vorm van een fluit
Sharone – Wit vliesje van de Narcis (zie ook Hakame)
Shatai – Hellende schikking
Shi-Chi-shudenka – Zeven speciale Shoka-schikkingen, ca. 500 jaar geleden door Ikenobo ontwikkeld
Shi-kaimi – Klassieke bronzen vaas
Shiki – Haiku-dichter (Masaoke Shiki 1867-1902)
Shiki-dai – Informele plank voor een schikking (soort boomstam of wolk; niet geschikt voor Shoka
Shi-kunshi – Vier Edelen
Shimenawa – Links gedraaid touw. Het heilige touw van het Shintoïsme
Shimoza-doko – Gyakugatte tokonoma (linkerhand)
Shin – Waarheid; hoofdlijntak bij Rikka, Shoka, Nageïre en Moribana
Shin of gyo – Shokavorm in de gyo-stijl, waarbij de shin iets afgerond is
Shin of shin – Shokavorm waarbij de shin recht is, Formeel, hoekig, zonder afkortingen (term komt uit de kalligrafie).
Shin of so – Shokavorm in de so-stijl, waarbij de shin een sterke bocht maakt, afrondingen en afkortingen. Ook gedeelde shoka schikkingen vallen hieronder
Shin-mae – Bijlijn van de Shin die vóór de shin staat
Shinputai – Nieuwe moderne vorm van Shoka
Shin-stijl – Formele vorm bij Shoka. Shin maakt vrijwel geen bocht
Shinto – Weg der goden; inheemse religie van Japan
Shin-ushiro – Bijlijn van de Shin, die achter de Shin staat
Shin-za – Korte lijn die in de plaats komt waar de eigenlijke Shin hoort te staan als deze een andere plek krijgt.
Shiran – Stichter van de Jodo Shishu sekte (na visioen)
Shishi-Guchi – Bamboe Leeuwenbekvaas met éé opening
Shiun – Klassieke bronzen vaas
Shizenteki hyõgen – Natuurlijke expressie; zie Keishobana
Shobu no hana – Japanse Iris (bloem voor jongensdag)
Sho-chiku-bai – Drie vrienden van de winter; traditionele schikking voor het nieuwe jaar, bestaande takken van de pruim, den en bamboe)
Shoden – Elementaire opleiding (Nageïre))
Shofutai – Traditionele basisvorm van Shoka)
Shogun – Militaire leider)
Shohin-rikka – Kleine Rikkaschikking)
Shoka – Levende bloemen; bloemschikstijl uit de 18e eeuw)
Shoka Betsuden – Zie Betsuden)
Shoka-maki – Leer over de essentie en ontwikkeling van de vroege Shoka
Shoka Shinputai – Moderne Shoka bestaande uit 3 hoofdlijnen en 3 materialen; schikking bestaande uit tegenstellingen
Shoka Shofutai – Traditionele Shoka; is een Kyo-Jitsu (schijnwerkelijkheid)
Shoka-Yokogate – Hangende Shoka-schikking aan de zijkant van de Tokonoma
Shotoku Taishi – Kroonprins van Japan (572-621) Boeddhisme, bouwer van de zes-kantige tempel
Shu – Het meest sprekende materiaal bij Shimputai; hoeft niet de hoogte te bepalen
Shuinzan Chohoji – Offiële naam van de Rokkakudo-tempel
Shusho – Natuurlijke groeiwijze van een plant
Shusso-no-tei – Presentatie van oorsprong
So-stijl – Informele vorm bij Shoka; Shin maakt een wijde bocht. De dubbele Shokaschikkingen vallen hier ook onder
Soë – Afkomstig van het werkwoord “soeroe” = bijvoegen; Tweede hoofdlijn bij Rikka, Shoka, Nageïre en Moribana
Soegi – Spalkjes om kleine stelen en takken vast te zetten
Soë-mae – Soë-bijlijn die vóór de Soë staat
Soë-ushiro – Soë-bijlijn die achter de Soë staat
Soë-wake – Een apart geplaatste lange Soë in een dubbelstammige schikking
Soë Uchi – Extra lijn bij de Soë in een Rikka
Soë-za – Korte lijn die op de plaats van de eigenlijke Soë komt te staan als deze een andere plek krijgt
Sogetsu – Moderne Ikebanaschool opgericht door Sofu Teshigahara in 1926
Soka Hyakki – Honderd normen van het bloemschikken
Sokakan – Professor Ikebana 2e graad
Sokakyo – Professor Ikebana 3e graad
Sokaku – Professor Ikebana 1e graad
So Katoku – Senior professor Ikebana 1e graad
Somusho – Administratie en supervisie van de Ikenobo “chapters”
Somokushu – Verzamelde leer over plantaardig materiaal, in het bijzonder traditioneel ikebanamateriaal en hun schikking
So of gyo – Shokavorm in de Gyo-stijl, waarbij de Shin iets meer afbuigend is
So of shin – Shokavorm in de Shin-stijl, waarbij de Shin iets meer afbuigt
So of so – Shokavorm in de So-stijl waarbij de sterke bocht van de Shin nog meer uitgediept is. Ook gedeelde Shoka-schikkingen vallen hieronder
Sugu-shin – Vertikale Shin bij Rikka
Sui – Water
Suibachi – Smalle hangende plank voor een hangende schikking in een mandje
Sui-mono – Waterplanten )
Suiriku-ike – Water- en landschikking; een Shokavariatie
Suisen – Narcis
Suitai – Hangende stijl in schikkingen
Suizen-no-ma – Bamboe rolgordijn in de Tokonoma
Sumi – Zwart, kleur van het mysterie
Sumo – Japans worstelen, nationale sport
Suna-mono – Zandschikking bij Rikka
Suna-bachi – Klassieke bronzen vaas, gebruikt bij Rikka (zandbak
———————————————————————-
Tai – Derde en kortste hoofdlijntak bij Shoka, Moribana en Nageïre
Tai-saki – Uitstekende punt van de Tai
Tai-shin – Tai-lijn die tot de helft van de Shin komt
Tai-tani – Dal; Tailijn die tussen Tai en Tai-saki staat in de Shoka
Tai-za – Korte lijn die op de plaats komt te staan van de eigenlijke Tai als deze een andere plek heeft gekregen
Take – Bamboe
Tako – Vlieger
Tanabata – Sterrenfeest; 7 juli
Tango-no-sekku – Jongensdag; 5 mei
Tatami – Rijststromatten die op de vloer van een typisch Japanse kamer liggen (184X92 cm)
Tatebana – Staande boeketten, altaarschikking
Ten-jin-chi – Hemel-mens-aarde (resp. soë-shin-tai) bij Shoka
Tokogame-E – Onderdeel van Tokonoma, dat gebruikt mag worden als men de graad Kakyo heeft behaald
Tokonoma – Nis in een Japanse kamer waar meestal een of twee kunstvoorwerpen en een bloemschikking opgesteld staan
Tokugawa – Naam van een van Japans meest beroemde families, die gedurende meer dan 250 jaar het land regeerden (1603-1867)
Tomari-fune – Houten boot arrangement, voorstellende een schip in de haven
Tsubaki – Camelia
Tsuina – Kwaaduitbanningsfeest. Meer dan 1000 jaar oud; einde winter-begin lente
Tsuki – Klassieke maanvormige vaas, meestal uit brons
Tsuribana – Hangende schikking
Tsuri-Tsuki – Hangende Maanschikking
Tsutsumi – Soort platte knoop waarmee huwelijkscadeaus worden dichtgeknoopt met Mizuhiki
Tsuyomono – Plantenmateriaal dat als water- zowel als landmateriaal gebruikt kan worden
Tzuru – Kraanvogel
———————————————————————-
Uchiwa – Ronde dichte waaier
Uke – Hoofdlijn bij Rikka
Ukezutsu – Hulpcontainer op draad, wordt gebruikt in de Rikka
Ukyo-E – Japanse prenten
Ume – Pruim
Ura – Achterkant blad (Aspidistra)
Urushi – Japans lakwerk
Ushiro – Achter
Ushiro Gakoi – Achterstelijn in de Rikka, wijst naar achteren
Usuban – Rode, bovenste Dai met logo van de Ikenoboschool (mag men gebruiken als men Junkakyo heeft)
Usubata – Klassieke bronzen vaas
Usuita – Plank; onderzetter voor een schikking
———————————————————————-
Wabi – Harmonie
Wagasa – Parasol
Wake – Gedeeld (van kabu-wake en soë-wake)
Washi – Japans papier
[/wpspoiler][wpspoiler name=”Y” ]Yakueda – Hoofdlijnen van een schikking
Yo – Positief, actief, mannelijk principe; in de bloemschikkunst het deel van de plant dat naar de zon gekeerd is.
Yo – Tweede lijn in Shoka Shinputai
Yoko-Gake – Hangende stijl tegen zijkant Tokonoma
Yo-kata – Zonkant van de schikking
Yukata – (=kimono die je aantrekt na het bad) Informele katoenen kimono
Yuzen – Het direct schilderen op zijde
———————————————————————-
Zen – Is de Japanse variant van Ch’an, een vorm van boeddhisme.
Zundo – Klassieke rechte vaas uit bamboe of hout
Zuru-ashi -Kraanvogelvaas Bamboe
Bloemen kalender januari t/m juni
Amaryllis
Anemone
Chamelaucium (wasbloem)
Forsythia (chinees klokje)
Hippeastrum (Amaryllis)
Hyacinthus
Narcissus
Nerine
Protea
Prunus (sierkers)
Ranunculus (ranonkel)
Tulipa
Syringa (sering)
Viburnum (sneeuwbal)
———————————————————————-
Februari
Amaryllis
Anemone
Chamelaucium (wasbloem)
Forsythia (chinees klokje)
Hippeastrum (Amaryllis)
Hyacinthus
Narcissus
Nerine
Protea
Prunus (sierkers)
Ranunculus (ranonkel)
Tulipa
Syringa (sering)
Viburnum (sneeuwbal)
———————————————————————-
Maart
Amaryllis
Anemone
Camellia
Forsythia (chinees klokje)
Hippeastrum (Amaryllis)
Hyacinthus
Narcissus
Nerine
Protea
Prunus (sierkers)
Ranunculus (ranonkel)
Tulipa
Syringa (sering)
Viburnum (sneeuwbal)
———————————————————————-
April
Anemone
Allium (sierui)
Achillea (duizendblad)
Campanula (klokje)
Celosia
Delphinium (ridderspoor)
Dianthus (duizendschoon)
Forsythia
Ixia
Matthiola (violier)
Paeonia (pioenroos)
Ranunculus (ranonkel)
———————————————————————-
Mei
Anemone
Anthriscus (fluitenkruid)
Allium (sierui)
Achillea (duizendblad)
Campanula (klokje)
Celosia
Delphinium (ridderspoor)
Dianthus (duizendschoon)
Eremurus (naald v.Cleopatra)
Gladiolus
Ixia
Matthiola (violier)
Paeonia (pioenroos)
———————————————————————-
Juni
Anemone
Anthriscus (fluitenkruid)
Allium (sierui)
Achillea (duizendblad)
Campanula (klokje)
Celosia
Delphinium (ridderspoor)
Dianthus (duizendschoon)
Eremurus (naald v.Cleopatra)
Gladiolus
Gypsophila (gipskruid)
Ixia
Lonicera (kamperfoelie)
Matthiola (violier)
Paeonia (pioenroos)
Ranunculus (ranonkel)
Rumex (zuring)
Stephanandra (kransspirea)
Bloemen kalender juli t/m december
Allium (sierui)
Alcaea (stokroos)
Achillea (duizendblad)
Antirrhinum (leeuwenbek)
Astilbe (spirea)
Crocosmia (montbretia)
Dahlia
Delphinium (ridderspoor)
Eremurus (naald v.Cleopatra)
Fallopia (bruidssluier)
Gladiolus (gladiool)
Gloriosa
Gypsophila (gipskruid)
Helianthus (zonnebloem)
Hydrangea
Liatris (kattestaart)
Lonicera (kamperfoelie)
Malcolmia (zeeviolieren)
Nerine
Papaver (klaproos)
Rumex (zuring)
Solidago (guldenroede)
Stephanandra (kransspirea)
———————————————————————-
Augustus
Aconitum (monnikskap)
Alcaea (stokroos)
Agapanthus(Afrikaanse lelie)
Antirrhinum (leeuwenbek)
Astilbe (spirea)
Crocosmia (montbretia)
Dahlia
Delphinium (ridderspoor))
Fallopia (bruidssluier)
Gladiolus (gladiool)
Gloriosa
Gypsophila (gipskruid)
Helianthus (zonnebloem)
Hydrangea
Liatris (kattestaart)
Malcolmia (zeeviolieren)
Nerine
Papaver (klaproos)
Solidago (guldenroede)
———————————————————————-
September
Aconitum (monnikskap)
Alcaea (stokroos)
Agapanthus (Afrikaanse lelie)
Antirrhinum (leeuwenbek)
Astilbe (spirea)
Crocosmia (montbretia)
Dahlia
Delphinium(ridderspoor)
Fallopia (bruidssluier))
Gladiolus (gladiool)
Gloriosa
Helianthus (zonnebloem)
Hydrangea
Liatris (kattestaart)
Malcolmia (zeeviolieren)
Nerine
Papaver (klaproos)
Solidago (guldenroede)
———————————————————————-
Oktober
Anemone
Amaranthus (kattestaart)
Antirrhinum (leeuwebek)
Celosia
Dahlia
Euphorbia (wolfsmelk)
Fallopia (bruidssluier)
Helianthus (zonnebloem)
Hippeastrum (Amaryllis)
Nerine
Protea
———————————————————————-
November
Anemone
Amaranthus (kattestaart)
Chamelaucium (wasbloem)
Euphorbia (wolfsmelk)
Hippeastrum (Amaryllis)
Nerine
Protea
Ranunculus (ranonkel)
———————————————————————-
December
Amaranthus (kattestaart)
Chamelaucium (wasbloem)
Euphorbia (wolfsmelk)
Hippeastrum (Amaryllis)
Nerine
Protea
Ranunculus (ranonkel)
[/wpspoiler]
Terugblik op mijn eerste expositie in 1998
Foto’s en Ikebana – verslag van de Tentoonstelling.
Deze vond plaats van 31 mei tot en met 14 juni 1998 in ‘t Ploeghuis te Groningen, de expositieruimte van de bekende kunstkring De Groninger Ploeg. Het ontstaan van de uitnodiging om samen een tentoonstelling te houden ligt al weer een tijdje achter ons.
Aanleiding voor de tentoonstelling was het verjaardagsfeest van een wederzijdse vriend waar Gijs foto’s maakte en me uitnodigde voor een sessie. Het gesprek kwam als vanzelf op Ikebana en we bleken een aantal interesses te delen. Bij een volgend bezoek bracht ik het boek ‘ Haiku, een jonge maan ‘ mee. Afzonderlijk van elkaar zochten we een aantal haiku uit waarvan een aantal bij ons allebei favoriet was. Tot zover nog niets aan de hand zou je denken, maar bij Gijs ging iets “sudderen“. Begin van dit jaar kwam er van hem heel verrassend de uitnodiging om samen een tentoonstelling te houden.
Gijs van der Sleen, kunstschilder en fotograaf, omschrijft zijn werk als fantastisch realisme, een stijl waarin kunstenaars zich bezig houden met de magische, de allegorische en de in het teken van de droom staande realiteit. Door zijn ervaring in het gebruik van olieverf ( penseel / airbrush) en fotografie ontstond een techniek die bijzonder uniek is. Deze specifieke techniek in combinatie met zijn kleur -gebruik levert een hoge graad van levensechtheid op. Voor deze gelegenheid exposeerde Gijs alleen met foto’s.
In dat stadium kwamen we een aantal malen bij elkaar om ideeën uit te wisselen en een plan op te stellen. Ik was nog nooit in ‘t Ploeghuis geweest dus daar eerst maar eens een kijkje genomen om een indruk van de ruimte te krijgen en de sfeer te proeven van het pand. De ruimte sprak me onmiddellijk aan; dat zat wel goed. Het doel van de tentoonstelling was tweeledig: foto’s op een verrassende manier exposeren, een combinatie van twee totaal verschillende kunstvormen te maken om daarmee Ikebana als kunstvorm onder de aandacht te brengen.
Gijs had prachtige affiches en uitnodigingen gemaakt welke verspreid en verstuurd werden. Ook de media besteedden aandacht aan onze tentoonstelling er stond een leuk artikel met een foto in het Nieuwsblad van het Noorden en er werden opnames gemaakt en uitgezonden door de regionale T.V.
Tijdens de voor bereiding rezen de volgende vragen:
Waar zet ik mijn stukken op? Uiteindelijk kwam ik op het idee van ronde consoles.
De volgende stap was het indelen van de ruimte en “aankleding” met bamboe – stammen, simpel maar effectief. Het merendeel van mijn stukken werden stukken in de vrije stijl omdat we een goede combinatie wilden maken met de foto’s van Gijs. Verder moest ik gaan bedenken wat voor schalen ik wilde gebruiken. Hoe kom ik aan mooi materiaal was natuurlijk ook een “hot item”. Het vergt behoorlijk veel tijd en een goede planning om al het materiaal te bemachtigen. Dit resulteerde o.a.in een rit naar Luttelgeest om aan mooie venusschoenen en orchideeën te komen. Bij een anthurium kweker mocht ik zelf de bloemen knippen.
Zaterdag 30 mei begonnen we met het inrichten. De consoles moesten op de juiste plek gezet worden en de foto’s konden al gedeeltelijk opgehangen worden zodat ik mijn stukken hierop kon afstemmen. Er stonden 11 consoles, verder waren er nog 4 ramen aan de straatkant waar een stuk stond om het er ook van buitenaf aantrekkelijk uit te laten zien. De keuze om voornamelijk vrije schikkingen neer te zetten kwam mede voort uit het feit dat ik alle stukken voor mijn rekening nam en de duur van de tentoonstelling (14 dagen!).Het leuke van vrije schikkingen is dat je alle vrijheid hebt om afwijkende materialen te gebruiken. Zo heb ik b.v. de harde schijf van een computer gebruikt. Hierop had ik een venusschoen verwerkt met een schitterende kleurovereenkomst met de desbetreffende schijf.
Zondagmorgen moest ik nog de laatste stukken maken, 12 uur was de deadline! Op dat moment kom je er achter dat je te weinig tijd hebt. Je ziet het even somber in, je dipt!! Gelukkig is er dan iemand in de buurt die je uit deze dip helpt. In dit geval Joes Boerma die ik had gevraagd om video- opnames te maken van de voorbereidingen en de eerste dag van de tentoonstelling. Uiteindelijk is het toch allemaal gelukt, nog even de vloer aanvegen, de laatste waterdruppels verwijderen, mezelf oppoetsen en het feest kon beginnen!
Conclusie
Een prachtige ervaring. En een geweldige kans die ik naar mijn idee niet mocht laten lopen! Ik heb er veel van geleerd. Achteraf zijn er natuurlijk dingen die ik een volgende keer anders doe. Het was een goede test welk materiaal hiervoor geschikt is. De orchideeën en anthuriums hebben de hele tentoonstelling gestaan. De gele lis en de waterlelie daarentegen lieten het de eerste dag al afweten en moesten gelijk vervangen worden. Mijn ervaring is dat een tentoonstelling van 14 dagen voor Ikebana te lang is. Zeker als je dit alleen verzorgt. Het bleek nogal lastig te zijn om steeds aan goed materiaal te komen en om een goede combinatie met de foto’s van Gijs te blijven houden.
We hebben opvallend veel reacties gehad op onze combinatie van kunstvormen. Met name de rust die het geheel uitstraalde en ook de Japanse muziek op de achtergrond waren een belangrijke bijdrage aan de sfeer. Al met al mochten we ruim 300 bezoekers verwelkomen. Een ander positief effect van deze tentoonstelling is dat zich inmiddels een aantal nieuwe cursisten heeft opgegeven voor de cursus die ik weer ga geven in oktober.
Ik heb het erg gewaardeerd dat er ook vanuit de Ikebana wereld belangstelling is getoond en ben blij met de reacties en opmerkingen waar ik weer verder mee kan op mijn Kado die naar ik hoop nog heel lang zal zijn. Naast alle positieve reacties was er natuurlijk ook opbouwende kritiek, waar ik mijn voordeel mee hoop te doen. Over het geheel gezien kijk ik terug op een geweldige ervaring die niemand me meer af neemt!!!
Fransina Ganzeveld.
Links naar interessante websites
Hieronder een aantal links naar interessante websites:
Nederlandse Ikebana Vereniging
Ikenobo Zurich Chapter (nieuw)
Ikenobo site Engels
Ikebana International Nederland
Sogetsu Branche Nederland
Ichiyo Nederland
Ohara Chapter Nederland
Kalpa Maclachlan
Masako Higashi
Bonsai Club Noord
Ikebana International Japan
Ikebana International Nederland
Ilse Beunen (Sogetsu)
17 april 1998 – Stichting DO.
Stichting DO, centrum voor Japanse kunst en cultuur, centrum voor Japanse kunst en cultuur, als onderdeel van een kleinschalig Multi cultureel centrum in Groningen. In dit centrum zou Ikebana een plek krijgen naast andere Japans georiënteerde disciplines als bijvoorbeeld Sumi-E.
Doelstelling stichting.
De stichting werd voor onbepaalde tijd opgericht en het bestuur stelde zich ten doel de uitwisseling te bevorderen van de Japanse kunst en cultuur. Zij trachtte haar doel te verwezenlijken door het organiseren van tentoonstellingen, door uitwisseling en samenwerking met organisaties en of individuen op het gebied van beeldende kunst, het geven van Ikebana lessen (Japanse bloemsierkunst) en het houden van workshops.
Hiernaast de publicatie, een terugblik op deze periode, die in 2023 door Johan Meijering en Fransina Ganzeveld over deze stichting werd samengesteld.
Klik op de afbeelding om de PDF te openen.