Stedum heeft al jaren een eigen volkslied, in het Gronings genaamd Steemer Volkslaid.
Het lied is geschreven door Hendrik Mars en uitgegeven door Muziekvereniging Stedum. Men kon het lied, toen het werd uitgegeven, kopen voor 25 cent ten bate van een muziek-tempel. Steunt allen het Tempelfonds! De muziektempel werd, tijdens de jaarlijkse feestweek, op 28 oktober 1951 door burgemeester F. Omta officieel geopend. Door de vrolijke klanken van muziekvereniging Jehova Nissi werden de ingezetenen uit hun woningen naar de nieuwe muziektempel gelokt. De muziektempel stond naast het transformatorhuisje in de Adriaan Clantstraat. Het lied wordt gezongen op de wijs van het Grönings’ Laid.
Grönnens laid (Nederlands: Het lied van Groningen) is het volkslied van de provincie Groningen. Het lied is geschreven in 1919 door Geert Teis Pzn. De in Slochteren geboren Zaandamse hoofdonderwijzer Gerard Roelof Jager componeerde de muziek. Het werd in april 1919 voor het eerst gepubliceerd, in het maandblad “Groningen”. Het is het enige provinciale volkslied dat officieel in het dialect geschreven is.
Van Lauwerzee tot Dollard tou,
van Drenthe tot aan ’t Wad,
doar gruit, doar bluit ain wonderlaand
rondom ain wondre stad.
Ain Pronkjewail in golden raand
is Grönnen, Stad en Ommelaand;
ain Pronkjewail in golden raand
is Stad en Ommelaand!
Doar broest de zee, doar hoelt de wind,
doar soest ’t aan diek en wad,
moar rustig waarkt en wuilt het volk,
het volk van Loug en Stad.
Ain Pronkjewail in golden raand
is Grönnen, Stad en Ommelaand;
ain Pronkjewail in golden raand
is Stad en Ommelaand!
Doar woont de dege degelkhaaid,
de wille, vast as stoal,
doar vuilt het haart, wat tonge sprekt,
in richt- en slichte toal.
Ain Pronkjewail in golden raand
is Grönnen, Stad en Ommelaand;
ain Pronkjewail in golden raand
is Stad en Ommelaand!