Henderikus Koning

1897 Geboorteregister Henderikus Koning 1974
Geboorte op 19-02-1897 te Groningen
aktedatum: 19-02-1897

Vader: Jan Koning , overleden op 04-02-1897
Moeder: Jantje Meijer

Kind (zoon)
Henderikus Koning geboren op 16 februari 1897 te Groningen

1897 -02-19 geboorteakte Henderikus Koning
02 Jan Koning (re) en Hendrikus Koning
1910 circa broers Jan (re) en Henderikus Koning
1928 Hendrikus Koning, broer van mijn vader Jan Koning

Huwelijksregister 1920
Bron: burgerlijke standregister
Soort registratie: huwelijksakte
(Akte)datum: 22-05-1920
Plaats: Stedum
Soort akte: huwelijk
1.
1. Vader van de bruidegom: Jan Koning
2. Moeder van de bruidegom: Jantje Meijer
2.
1. Bruidegom: Henderikus Koning (daglooner) leeftijd 23 jaar, geboren te Groningen
2. Bruid: Trijntje van der Molen (dienstbode) leeftijd 22 jaar, geboren te Garsthuizen
3.
1. Vader van de bruid: Jacob van der Molen
2. Moeder van de bruid: Hillechien Triezenberg

Bronvermelding
Huwelijksregister 1920, aktenummer 15
Gemeente: Stedum
Periode: 1920

1920 Trijn vd Molen en Hendrikus Koning

circa 1925, het gezin Koning, kinderen v.l.n.r. Jaap, Hille, Jan en Joop.

Het gezin Koning in betere tijden. Kinderen v.l.n.r. Jaap, Hille, Jan en Joop.
Het gezin Koning, Henderikus en Trijntje met hun twee oudste kinderen Jan en Jakob (Jaap) verhuisden op 19 juli 1922 naar Vlissingen. Daar zijn de twee jongere broers, Johan en Hillebrand, geboren. In Zeeland werkt Henderikus als zeeloods bij de loodsdienst.

1930 circa Oom Henk en Tante Trijn met hun 4 zoons

1930 circa Oom Henk en Tante Trijn met hun 4 zoons
1938 Sociëteitsbestuur anno 1938
1938 Sociëteitsbestuur anno 1938
Sociëteitsbestuur anno 1938 zittend: A. Hoek, R.Rodenhuis, S.Groot, J. Ponte, J.R. Kolster, H. Kappen. Staand vlnr: C. Kooger, A. Swart, C.Braam, P. Van der Eijk, J. Heeres en H. Koning.

Via de VERENIGING NEDERLANDSE LOODSEN SOCIËTEIT heb ik bovenstaande foto’s verkregen. De sociëteit bestaat nog steeds en is gevestigd op dit adres: Boulevard de Ruyter 8, 4381 KA Vlissingen

1950 Sociëteitsbestuur staand links Oom Henk
Bestuur Nederlandse Loodsen sociëteit.
Op de foto zittend: J. van Gelder, B. Goosen, K. Klagtenburg (secretaris), P. van Es (voorzitter), B.J. de Poorter (penningmeester), R.H. Rodenhuis, N. Hopman.
Staand: v.l.n.r. : H. Koning, J. Dijkstra, Christ Brand, W. van Leeuwen, J. Bosboom.
Jaar: 1950 – Fotograaf Copyright Dert, Vlissingen

OORLOGSJAREN

Het gezin gaat terug naar Groningen als de Duitse bezetter Henderikus op wachtgeld zet. Desondanks krijgt hij van de Scheepvaartinspectie per 1 oktober 1942 een aanstelling als tijdelijk adjunct-expert en controle ambtenaar luchtbescherming voor de binnenscheepvaart te Groningen. Na deportatie van het gezin Goudsmit- van Gelder woont het gezin Koning in de H.W. Mesdagstraat 71a. Vader en zoon Jan raken betrokken bij het verzet. De SD arresteert ze op de avond van 2 maart 1945 in verband met een door de illegaliteit gepleegde overval op een postauto die 12000 bonkaarten vervoert van Bedum naar Groningen. Zij komen in het Scholtenhuis terecht. Na hun veroordeling volgt op 17 maart transport naar Neuengamme. Zij krijgen de ‘Torsperre’* opgelegd, maar overleven dit. Ook de andere drie zonen worden opgepakt. Johan komt vrij, omdat hij aan epilepsie lijdt; Hillebrand gaat naar het Huis van Bewaring en niet naar het Scholtenhuis, omdat hij geen illegale werker is. Jakob is bakkersknecht en heeft al eerder een oproep voor de “Arbeidsinzet” gekregen. Zijn patroon weet in eerste instantie uitzending te voorkomen, omdat hij in de voedselvoorziening werkzaam is. Maar uiteindelijk wordt hij evenals zijn broer Hillebrand toch in Duitsland te werk gesteld. Het contact met zijn familie gaat verloren.
1 juni 1945, twee dagen voor terugkeer van vader en Jan met het schip de “Athen” uit Neuengamme, keert Hillebrand terug uit Duitsland. Daar blijkt hun dat het huis vrijwel leeggeroofd is. De ouders gaan in 1946 terug naar Vlissingen. Na de oorlog blijven zij in het ongewisse over Jakobs lot, totdat via het Informatiebureau van Het Nederlandse Rode Kruis op 4 oktober 1945 meer gegevens over hem bovenkomen. Op 18 augustus 1945 blijkt Jakob in Dresden in een ziekenhuis ten gevolge van tyfus en longontsteking te zijn overleden. Daar is hij in eerste instantie ook begraven. Hij is daarna herbegraven op het Engelse kerkhof in Berlijn en op verzoek van de familie naar Nederland gerepatrieerd. In 1949 is hij op het Nationaal Ereveld in Loenen bijgezet.

* Een Torsperre is een gevangene die de poort (van Neuengamme) niet uit mag. Het blijkt in de loop van de tijd dat een Torsperre op een soort dodenlijst staat: bij Duitse represailles voor bijvoorbeeld verzetsdaden worden Torsperren gedood.

cover Nederlanders in Neuengamme az

Van Hendrikus Koning zijn kleindochter Netty kreeg ik deze informatie over de Cover van het boek Nederlanders in Neuengamme:

Op de foto van Neuengamme staan mijn opa Hein koning en mijn vader Jan koning!

Hein (Hendrikus) Koning staat achter de dikke man en kijkt van links naar rechts naar mijn vader! Een mede gevangene is lang geleden bij mij thuis geweest (was heel emotioneel) en bevestigde dat het mijn opa en vader zijn!
n.b. blijkbaar werd Hendrikus / Henk in de oorlog Hein genoemd, zo werd hij ook genoemd bij het Loodswezen.

Hendrikus Koning (uit het boek Nederlanders in Neuengamme)

Op 17 mei 1940 wordt het loodswezen naar Oostburg overgebracht. In Zeeuws Vlaanderen zijn dan zware gevechten en bombardementen aan de gang en gedurende de volgende dagen reist een aantal loodsen, waaronder Hein Koning, via Breskens terug naar Vlissingen.
In de volgende anderhalf jaar werkt Koning achtereenvolgens als loods, hulppolitie en ambtenaar bij de scheepvaartinspectie. In oktober 1942 stelt de Scheepvaartinsectie hem aan als controle ambtenaar luchtbescherming in Groningen.
Hein en zijn oudste zoon Jan waren daar actief in verzetsgroep De Groot. Ze hadden een postauto overvallen met als buit 12000 bonkaarten en uit de werkplaats van een NSB schoenmaker laarzen en schoenen gestolen. In de nacht van 2 op 3 maart 1945 worden Koning met zoon Jan en zijn broers door de SD gearresteerd. De broers gingen later op transport naar Duitsland voor de Arbeidseinsatz. Hein en Jan worden overgebracht naar het beruchte Scholtenshuis, het hoofdkwartier van de SD op de Grote Markt in Groningen. Hier blijkt dat de Duitsers volledig op de hoogte zijn van hun ondergrondse verzetswerk. Na diverse keren hardhandig te zijn verhoord, wordt een protocol opgemaakt wat ongezien moet worden getekend. Ze zijn ter dood veroordeeld.
Op 17 maart gaan ze in beestenwagens op transport naar Duitsland, waar Hein Jan terugziet, die deel uitmaakt van hetzelfde transport. Na twee dagen aankomst in Neuengamme, ’s avonds nog kaalgeschoren, hun kleren ingeleverd en vervangen door oude kampvodden.
In concentratiekamp Neuengamme moeten de gevangenen zich letterlijk doodwerken, het motto was “vernietiging door arbeid”. Omdat Berlijn door de Russen omsingeld is, komt het bericht van vonnis voltrekken niet af.
Twee deserteurs van de SS een Deen en een Duitser worden nog ter dood gebracht door de strop. Zij zijn de laatsten die zo ter dood worden gebracht, de galgen worden afgebroken, een hele opluchting. De laatste dagen in Neuengamme bestaan uit ziekenbarakken schoonmaken, de meeste zieken waren dysenterie patiënten die verschrikkelijk vervuild waren. Smerig werk met blote handen en geen gelegenheid om de handen te wassen. Er is een verpleger die ontsmettingsmiddelen meeneemt die ze kunnen gebruiken.

’s Ochtends 23 april volgt na appèl en inspectie een urenlange mars en transport in goederenwagons richting Hamburg, bewaakt door SSers. Geregeld is er oponthoud door bombardementen. De volgende dag wordt de haven van Lübeck bereikt. 2 dagen en nachten worden doorgebracht in goederenwagons, dan worden ze overgebracht naar de ATHEN een vrachtschip van 6000 ton. Op 28 april wordt ingescheept op het gevangenenschip CAP ARKONA, een passagiersschip van 27000 ton, dat in de bocht van Lübeck ten anker ligt. Het is er overvol en er heersen erbarmelijke omstandigheden. Op 30 april weer terug naar de ATHEN, die naar Lübeck geweest was om nog meer gevangenen op te halen.
Op 3 mei volgen er hevige lucht aanvallen waarbij ook de Cap Arcona wordt getroffen, in brand vliegt en zinkt. Uit een later rapport bleek dat van de 4640 gevangenen op dit schip er slechts 314 overlevenden waren. In de baai van Lübeck werden bij die aanval vele schepen tot zinken gebracht. Die schepen mochten van de SS geen Rode Kruisvlaggen voeren, er waren geen gevangenen aan dek te zien en de verkenningsvliegtuigen die overvlogen werden beschoten met mitrailleurs. Dat moest de indruk geven dat het ging om oorlogsschepen.
Bij zo’n groot schip als de Cap Arcona denk je dan al gauw aan een troepentransport schip. Gevangenen die zwemmend probeerden hun leven te redden worden door SSers beschoten. De Athen, die inmiddels vlak bij Neustadt ten anker ligt wordt ook beschoten maar zinkt niet. De opvarenden worden ’s middags om drie uur te Neustadt geland en verwelkomt door Britse tanks.

De groep van Hein Koning wordt door de Engelsen ondergebracht in een officiersbarak. Hier krijgen ze volop te eten en te drinken. Door de overgang naar normaal voedsel krijgt Hein gezondheidsproblemen en wordt hij ernstig ziek. Ziek en zwak vliegen Hein Koning en zoon Jan op 30 mei met 23 lotgenoten vanaf Lünenburg naar Brussel, waar ze door het Rode Kruis worden opgevangen. Na onderzoek door de dokter heeft Hein de grootste moeite om toestemming te krijgen om verder te reizen. In het Hollands Clubgebouw waar overnacht wordt, krijgt de dodenploeg, zoals de groep genoemd wordt, 50 francs pp. Hein gaat er mee naar de kapper om zich een beetje te laten fatsoeneren. ’s Avonds vertrekken ze weer en na een moeizame reis van meerdere dagen, per trein en per bus komt, de groep op 3 juni om 1 uur ’s nachts in Groningen aan. Vanwege een aantal vernielde bruggen bereiken Hein en zijn zoon pas na een uur lopen hun huis.

Na binnenkomst zegt zoon Hillebrand, die de stem van broer Jan herkent, tegen zijn vader: dat is mooi van u meneer om mijn broer even thuis te brengen… Mevrouw Koning schrikt enorm van Heins toestand, de dokter constateert ernstige ondervoeding en adviseert ziekenhuisopname. Zijn vrouw wil daar niets van weten en neemt de verzorging op zich. Drie maanden duurt het voordat Hein zich goed genoeg voelt om zich terug te melden bij het Loodwezen in Terneuzen.
Na vijf overzichtsreizen vindt hij dat hij klaar is om weer zelf schepen te bedienen.

Hein heeft nooit over zijn oorlogsverleden gesproken, slechts een paar collega’s wisten dat hij concentratiekamp Neuengamme had overleefd.

Bij zijn pensionering op 1 februari 1962, wordt hij onderscheiden met de ere medaille in goud in de orde van Oranje Nassau. Hein overlijdt op 25 mei 1974.

grafsteen Harmina Triezenberg en Eise Dijkhuizen
1974 Overlijden Henderikus Koning

Hendrikus Koning overleed op 24 mei 1974

Return to Top ▲Return to Top ▲